Studie en loopbaan
Marjolijn wordt geboren op 13 juni 1945 in Son en Breugel als Marjolijntje Jantje Marie Rigtering. Ze doorloopt de HBS in Eindhoven en gaat in 1963 naar de Academie voor Beeldende Kunsten in Tilburg. Ze krijgt onder andere les van Nico Molenkamp en Joop Liesker. Na haar eindexamen gaat ze les geven aan de docentenopleiding van Ben van Pinxsteren in Weurt.
Van 1973 tot 2003 is ze docente aan het Stedelijk Centrum voor Kunst en Cultuur te Nijmegen in de vakken textiel, schilderen en kunstgeschiedenis. Vanaf 1976 maakt ze acht jaar deel uit van het kunstenaarscollectief “Hollandsche Spoorweg”, dat een eigen galerie beheert aan de Kannenmarkt in Nijmegen. In 1986 opent ze haar eigen schilderschool in Millingen a/d Rijn, waar ze op bevlogen wijze vakgenoten en cursisten begeleidt bij het tekenen en schilderen. Daarnaast heeft ze in de loop der jaren een aantal functies in het onderwijs bekleed, trainingen gegeven aan onder andere medisch geschoolde groepen, theaterdecors en -kostuums ontworpen en gemaakt en gastcolleges gegeven.
Workshops en cursus
Op aanvraag geeft ze workshops aan groepen als familie- of personeelsuitjes, maar ook als teambuilding met een speciaal doel.
Marjolijn maakt naast haar vrije werk ook tekeningen, schilderijen en wandschilderingen in opdracht. Ieder jaar zijn er in de zomermaanden vakantiecursussen landschap- en/of portretschilderen in het buitenland. Marjolijn heeft cursussen gegeven in Frankrijk, Portugal, Marokko, Italië, Hongarije en Zwitserland.
Stijl
Het werk van Marjolijn is heel divers qua onderwerp, techniek en materiaalgebruik. Als kunstschilder houdt ze van een mooie gelaagde verfhuid waarop in een krachtig handschrift is geschilderd, maar ze houdt eveneens van monochrome vlakken en subtiele details. Het liefst tekent ze landschappen en mensen, al of niet geabstraheerd. Daarbij zijn krijt en acrylverf favoriet, omdat deze materialen volgens Marjolijn aansluiten bij een bepaalde directheid van werken. Ook olieverf over een onderschildering van acrylverf vindt ze een prettige werkwijze. De voorstellingen zijn naturalistisch, geabstraheerd of lyrisch abstract. Altijd ligt de waarneming ten grondslag aan de uitwerking van een schilderij, ook wanneer het werk abstract is.
In ‘dummy-boekjes’ maakt Marjolijn snelle landschapsschetsen en portretstudies. In deze boekjes bewaart ze ook krantenknipsels en op reis gemaakte foto’s, naast gevonden kleurige papiertjes of textiel. Soms schrijft ze er een gedicht of interessante gedachte in. Het zijn als het ware ‘kookboeken’ voor haar schilderijen.
Marjolijn is gefascineerd door ‘licht’ en haar contrast met het donker. Het mooist is dat contrast te zien in de vroege ochtend na zonsopkomst en ’s avonds een uur voor zonsondergang. De lange schaduwen doorsnijden dan het landschap en brengen samen met de heldere kleuren een magische sfeer. ’s Avonds noemt men dit tijdstip ook wel ‘l’heure de Cézanne’, naar de beroemde Franse impressionistische schilder. Het is een uur waarin intense contrasten tegelijkertijd een soort van vitaliteit naast melancholie oproepen. Als schilder vindt Marjolijn deze kleur- en toonverschillen spannend, omdat ze expressief zijn en een emotie kunnen weergeven.
Reizen
Een andere fascinatie heeft Marjolijn voor reizen, dichtbij en ver weg. Vele wereldlanden heeft ze doorkruist op zoek naar het onverwachte en voor haar het nieuwe. Overigens is het avontuur vlakbij in de polder soms even groot. Ze is nieuwsgierig van aard, laat zich graag verrassen en wil iets dat haar boeit soms diepgaand onderzoeken. Deze houding speelt mee in haar werk als beeldend kunstenaar. Marjolijn vindt het een bijzondere ervaring om zich te laten meevoeren in vormgevingsprocessen. Aanvankelijk speelt er een onderwerp in haar achterhoofd, waarover ze nadenkt en van alles verzamelt. Op een gegeven moment begint ze aan een nieuw schilderavontuur. Vakmanschap, intuïtie en emotie zijn in dialoog met het beeld dat op het doek verschijnt. Soms raak ze in een “flow” tijdens het schilderen en lijkt het of “iets anders “ haar bestuurt.
Marjolijn:
“Het is een uitdagend vak, waarvan je zèlf de inhoud regisseert. Het is ook een prachtig vak, dat een manier van leven en van ‘zijn’ bepaalt, of eigenlijk andersom. Ik herken iets van verwantschap in sommige muziek en literatuur. Ook andere vormen van kunst kunnen in een flits herkenning geven. Soms is dat gevoel er ook bij een bezielend gesprek met mensen. Het kan me opgetogen, blij of stil maken… het kan me inspireren tot nieuw werk.“